cavalier king charles spaniel puppies te koop


Geschiedenis van de Cavalier

 

De Cavalier King Charles Spaniël heeft een wel heel ingewikkelde benaming gekregen, maar deze heeft alles te maken met zijn herkomst en geschiedenis. Er bestaan al eeuwenlang kleine spaniëls, de zogenaamde Epagneuls en Dwergepagneuls, die in het Nederlands 'spioentjes' werden genoemd. Ze werden in de 16e en de 17e eeuw op talloze schilderijen vereeuwigd, samen met hun meesters en meesteressen, die tot de adel en de gefortuneerde burgerij behoorden.

 

Ook de Cavalier King Charles Spaniël behoort tot de spaniëlrassen. Sinds de renaissance zijn spaniëls, na de oude bichons, de meest geliefde gezelschapshonden, zowel in Engeland als in de rest van Europa. De kleine spaniëls waren als gezelschapshond bijzonder in trek bij vorsten. Zowel Maria Stuart van Schotland (1542-1587) als haar tijdgenote Elizabeth 1 van Engeland vermaakten zich graag met deze hondjes. Koning Karel !1 van Engeland (1630-1685) erfde zijn liefde voor de spioentjes van zijn ouders Karel 1 en koningin Henrietta. Volgens een 'bloedige' anekdote had Maria Stuart tot in de dood haar dwergspaniël aan haar zijde. Deze had namelijk de gewoonte om onder haar rokken weg te kruipen, en zo vond men hem terug net nadat de koningin op het schavot was gestorven. Maar er zijn verscheidene rassen die aanspraak maken op deze tragische eer, want Maria Stuart bezat vele honden. De enige afbeelding uit de tijd waarin ze leefde, waarop ze met honden is afgebeeld, is een kopergravure uit 1569. De hondjes die zich op de voorgrond van het tafereel bevinden (Hendrik II van Frankrijk omringd door zijn familie op zijn sterfbed), zijn griffons. Hendrik III (1551-1589) van Frankrijk staat op een schilderij afgebeeld met een spaniël, die iemand voor hem uit Italië zou hebben meegenomen; Lodewijk XIV (1638-1715) en de Dauphin (troonopvolger) hadden ook spaniëls.

 

Cavalier pupje

 

De King Charles Spaniels danken hun rasnaam aan de al eerder genoemde Engelse koning Karel II. Hij was dol op deze miniatuurspaniëls en had er vele. Ze lie-pen vrij rond in de koninklijke paleizen, vooral in Whitehall, en werden daarom als bevoorrechte lievelingen beschouwd. Ze staan op alle schilderijen waarop de koning is afgebeeld. Hij nam ze overal mee naar toe, 'zelfs als hij met staatszaken bezig was', benadrukte de schrijver Samuel Pepys (1633-1703) afkeurend. Karel II legde trouwens maar weinig belangstelling aan de dag voor zijn taak, en had altijd graag zijn kleine spaniëls om zich heen: alles wat ik zie, blijkt de kinderlijkheid van de koning, die voortdurend met zijn honden speelt, en nauwelijks aan zijn plichten denkt', beklaagde nog steeds dezelfde Samuel Pepys zich in zijn beroemde dagboek. De vorst liet zijn honden in zijn slaapkamer slapen en liet er zelfs de teefjes die moesten jongen, verblijven. De pups werden vervolgens in de koninklijke kring grootgebracht. Geen wonder dat in een geschrift uit die tijd stond te lezen: 'Dat maakte het hof weerzinwekkend en stinkend'. De Engelse aristocratie nam deze honden meteen op, voor lange tijd. zoals blijkt uit de beroemde schilderijen van William Hogarth (1697-1764) en Thomas Gainsborough (1727-1788).

 

De King Charles Spaniëls werden in verschillende lijnen op kleur gefokt. Een van de beroemdste was wit met oranje, 'Blenheim' genaamd. (De oranje tint is met het verstrijken der jaren een diepere tint geworden: helder bruin). Blenheim was een stad in het Duitse Beieren, op de noordelijke Rijnoever; in 1704 behaalde John Churchill, hertog van Marlborough en opperbevelhebber van de Britse strijdkrachten, daar een beslissende overwinning op het Franse leger tijdens de Spaanse Successieoorlog. Zijn vrouw, hertogin Sarah, zat tevergeefs op nieuws van hem te wachten met een spaniëlteefje op schoot dat moest jongen. Het verhaal wil dat ze met haar duim hard op het voorhoofd van het dier drukte. Nadat de pups waren geboren, zag men dat ze allemaal een oranje aftekening op het voorhoofd hadden, de duimafdruk van hertogin Sarah'. Toen het nieuws van de overwinning van de hertog bekend werd, kregen de kleine, wit met oranje spaniëls, die een aparte aftekening op het voorhoofd hadden, de benaming 'Blenheim'. Deze aftekening in de vorm van een ruitvormige vlek bestaat nog steeds bij de huidige Blenheims en wordt in het Engels 'lozenge' genoemd.

 

Cavalier pupje

 

De King Charles Spaniëls - met hun bijzonder indrukwekkend beschermheerschap - leidden dus een gelukkig leven totdat de Engelse aristocratie bezeten raakte van nieuwkomers in de wereld van de rashonden. Dat waren honden met brede, korte snuiten, zoals Pekinezen en Mopshonden, die enorm in de mode raakten, ten koste van de King Charles Spaniël, die tot dan de lieveling onder de gezelschapshonden was geweest. De King Charles Spaniël moest dan ook worden aangepast aan de wensen van dat moment. Door hem met de Mopshond, maar ook met de Japanse Spaniëls (Tchin) en Pekinezen, die in het midden van de 19e eeuw de Mopshond als lieveling van de 'upper classes' verdrongen, te kruisen, kreeg de King Charles Spaniël een heel ander hoofd.

 

Het ging om een ingrijpende en bijzonder snelle gedaanteverwisseling, want in 1879 schreef de Britse kynoloog Stonehenge al dat 'de korte snuit niets meer heeft te maken met de oude standaard', terwijl de beroemde dierenschilder Landseer in het jaar 1830 nog twee King Charles Spaniëls met een lange snuit afbeeldde.

 

Cavalier pup

 

Waarschijnlijk bestond er naast het aanpassen van de hond aan de heersende mode nog een andere reden die deze snelle verandering teweeg bracht. De inbreng van Aziatische Spaniëls met een korte snuit en van de Mopshond was ongetwijfeld even noodzakelijk als gunstig voor deze 'toverachtig mooie dieren onder de honden, die op het verkeerde spoor waren gezet', om de woorden van het blad The Field over de King Charles Spaniël aan te halen.

 

De wens om de King Charles Spaniël weer het uiterlijk uit de 17e eeuw terug te geven, werd pas in de jaren '20 van deze eeuw werkelijkheid. In 1926 nam een Amerikaan van Long Island, Roswell Eldridge, het initiatief om fokkers te stimuleren het oorspronkelijke type terug te fokken. Dit type had een langere snuit, weinig stop en een schedel die niet zo rond was (geen 'dome'). Om dit duel te bereiken, bood hij - vijf jaar lang - ter gelegenheid van de Cruft's hondententoonstelling een geldprijs aan van 25 Engelse ponden. Deze prijs was uitsluitend bestemd voor een King Charles Spaniël van de varieteit Blenheim, die bovendien de kenmerkende oranje ruitvormige vlek (lozenge') had. De Engelse fokkers namen de uitdaging aan, en na enkele jaren kon men de King Charles weer zien zoals hij op de schilderijen van Hogarth en Gainsborough uit de 18e eeuw voorkwam.

 

Cavalier King Charles Spaniël

 

Het begin was echter moeilijk want het bleek voor de fokkers niet zo simpel om de veranderingen, die inmiddels waren vastgelegd in het bestand (zoals de korte neus) weer ongedaan te maken. Enkele fokkers, zoals mevrouw Hewitt Pitt, besloten de poging te wagen en gebruikten exemplaren van de King Charles Spaniel die een te lange snuit hadden. Gezien het resultaat werd in 1928 een standaard opgesteld naar een hond die de honden van de oude schilderijen het dichtst benaderde. Dat bleek een zekere Ann's Son, van mevrouw Mostyn Walker. Om verwarring over beide honden te voorkomen, ward besloten om het opnieuw gefokte type de rasnaam Cavalier King Charles Spaniël te geven. Zo werd ook in de naam een onderscheid gemaakt tussen de nieuwe Cavalier King Charles Spaniël met de wat langere neus en de King Charles Spaniël met de platte neus en het gewelfde voorhoofd.

 

In de geschiedenis van de rashondenfokkerij zijn meer rassen op een dergelijke manier ontstaan. Zo is de Amerikaanse Cocker Spaniël uit de Engelse Cocker Spaniël gefokt. Dat gebeurde omdat de smaak van de hondenliefhebbers aan de andere kant van de Atlantische Oceaan anders was dan die van de Engelsen. Uit de sportieve Engelse Cocker Spaniël werd een meer 'showy' Amerikaanse variant gefokt die een veel kortere snuit had en een veel weelderiger vacht. Voordat zo'n nieuw type binnen een bestaand ras als een apart ras is erkend gaat er veal discussie aan vooraf tussen de aan hangers van het bestaande type en die van het nieuwe.

 

Cavalier King Charles Spaniël volwassen

 

Na een scheiding van twee typen en een officiële raserkenning is niet altijd direct te voorspellen welke van de honden het populairst wordt. In het geval van de Engelse Cocker Spaniël en de Amerikaanse Cocker Spaniël, kan worden gezegd dat beide rassen zoveel in de Verenigde Staten als in Europa populair zijn. In ieder geval werd de eerste niet door laatstgenoemde verdrongen. Misschien omdat de honden, ondanks hun gemeenschappelijke herkomst, toch heel anders van uiterlijk zijn. De erkenning van de Cavalier King Charles Spaniël heeft echter wel invloed gehad op de populariteit van de King Charles Spaniël. Laatstgenoemde, officieus ook wel 'Charlie' genoemd, raakte duidelijk minder in trek.

 

In 1928 word de Engelse rasvereniging opgericht, op initiatief van mevrouw Pitt. Dat was dus jaren voordat het ras door de Kennel Club officieel werd erkend. Vanaf 1946 was de officiële scheiding een feit en werden aan beide rassen apart kampioenstitels toegekend.

 

Cavalier King Charles Spaniel

 

Eén van de voornaamste redenen voor de populariteit van de Cavalier was ongetwijfeld zijn intrede in de koninklijke familie van Engeland. In 1960 namelijk, namen prinses Margaret en haar toenmalige echtgenoot Lord Snowdon een Cavalier die ze Rowley noemden, met een knipoog naar een verre voorvader van de prinses, die de bijnaam Old Rowley had.

 

Erkenning van de kynologie kreeg de Cavalier dankzij een exemplaar dat Alansmere Aquarius heette. Op de Cruft's hondententoonstelling in 1973 werd deze 17 maanden oude Cavalier de beste van het ras, daarna de beste in de groep Toy' (miniatuurhondjes of schoothondjes), om tenslotte als 'best in Show' uit de bus te komen. Hij was zowel de eerste Cavalier als de eerste Toy die op de hoogste trede van het erepodium belandde. Tien jaar daarvoor had Amelia of Lagun de weg al vrijgemaakt door beste in de groep van de Toys te worden. Sindsdien heeft het ras alleen maar meer succes gekregen. Tegenwoordig is het in Engeland één van de vijf populairste rassen. De Cavalier King Charles Spaniel is niet alleen als tentoonstellingshond in trek. maar beslist ook als gewone gezelschapshond zonder showpretenties.

 

Cavalier King Charles Spaniel

 

Op het vasteland van Europa komt de Cavalier voornamelijk voor in Nederland. Zwitserland, Zweden en Finland.

De situatie in de Verenigde Staten is nog vrij onduidelijk. Daar wordt de Cavalier, nog steeds als English Toy Spaniël, op tentoonstellingen in de klasse van de -overige variëteiten' ingeschreven. Maar aangezien ex-president Ronald Reagan in 1986 zijn vrouw Nancy een Cavalier cadeau heeft gedaan, bestaat er geen twijfel over dat dit van invloed zal zijn op de ontwikkeling van het ras.

De media, die immers zo'n grote invloed hebben op de samenleving, zullen hierbij naar alle waarschijnlijkheid de rol van promotor spelen.

 

 

bron: mijn hond, mijn vriend